17 nov De verschillen tussen Brits-Engels en Amerikaans-Engels
Het Brits-Engels en het Amerikaans-Engels verschillen op meerdere vlakken. Het grootste verschil zit in de woordenschat.
1 op de 4 vertaalaanvragen betreft een vertaling naar het Engels. Of het US-Engels. De klant vermeldt bij aanvraag niet altijd welke spelling zijn of haar voorkeur heeft. Meestal kunnen we het aan de website van de betreffende klant aflezen of we het Brits-Engels of het Amerikaans-Engels moeten aanhouden. Als jij je niet bewust bent van de verschillen, dan zal je bij het lezen van een tekst niet meteen doorhebben of deze door een Brit of een Amerikaan geschreven is. Aan de hand van een aantal voorbeelden leggen we de verschillen uit.
SPELLING
Een aantal woorden kent twee varianten van het Engels. Bekijk onderstaande twee rijtjes maar eens; links het Brits-Engels, rechts het Amerikaans-Engels. Als je goed kijkt dan herken je een patroon in de verschillen:
Brits – Amerikaans
colour – color
favour – favor
favourite – favorite
honour – honor
honourable – honorable
centre – center
metre – meter
theatre – theater
fibre – fiber
travelling – traveling
traveller – traveler
Er zijn ook woorden die je anders spelt, zonder dat ze een bepaald patroon volgen.
Brits – Amerikaans
grey – gray
tyre – tire
mould – mold
sceptical – skeptical
VOCABULAIR
De verschillen tussen het Brits-Engels en het Amerikaans-Engels gaan verder dan alleen maar de spelling en de uitspraak. Ze hebben ook ieder een eigen woordenschat. Een Brit zou jou een compliment kunnen geven over je nieuwe ‘trousers’ (broek). Een Amerikaan daarentegen zal je nieuwe ‘pants’ de hemel in prijzen. De verschillen zijn taaleigen. Het is een kwestie van ze te leren gebruiken.
Hieronder een aantal voorbeelden van vocabulaireverschillen.
Brits – Amerikaans – Nederlands
Aerial – antennae – antenne
Alsatian – German shepherd – herdershond
aluminium – aluminum – aluminium
amber – yellow – oranje (verkeerslicht)
anticlockwise – counterclockwise – tegen de klok in
apart from – aside from – afgezien van
aubergine – eggplant – aubergine
bank note – bill – bankbiljet
barrister – lawyer – advocaat
biscuit – cookie – koekje
blank – gap – spatie
bonnet – hood – motorkap
booking – reservation – reservering
boot – trunk – kofferbak
braces – suspenders – bretels
canteen – cafeteria – kantine
car bonnet – hood – motorkap
car boot – trunk – kofferbak
car park – parking lot – parkeerterrein
casket – small box – doosje
certainly –surely – vast en zeker
chips – French fries – patat
cinema – movie theater – bioscoop
cling film – plastic wrap – plastic folie
cloakroom – checkroom – garderobe
coffin – casket – doodskist
convoy – caravan – konvooi
cord – string – draadje
coriander – cilantro – koriander
cot – crib – wieg
courgette – zucchini – courgette
crib – cheat sheet – spiekbriefje
crisps – potato chips – chips
crossroads – intersection – kruising
current account – checking account – bankrekening
curriculum vitae – resumé – curriculum vitae
diary – appointment calendar – agenda
dinner jacket – tuxedo – smoking
diversion – detour – omlegging
drawing pin – thumb tack – punaise
driving license – driver’s license – rijbewijs
dummy – pacifier – speen
earth – ground – aarde (elec.)
elastoplast – band-aid – pleister
engaged (tel.) – busy – in gesprek
estate car – station wagon – station car
expiry date – expiration date – houdbaarheidsdatum
fire guard – fender – open-haardscherm
fire brigade – fire department – brandweer
first floor – second floor – eerste verdieping
fish fingers – fish sticks – vissticks
flex – cord – snoer
football – soccer – voetbal
fortnight – two weeks – 14 dagen
french dressing –italian dressing – vinaigrette
fruit machine – slot machine – gokautomaat
fruit stone, pip – pit – pit
full stop – period – punt
gateau – cake – taart
goose pimples – goosebumps – kippevel
green fingers – green thumb – groene vingers
ground floor – first floor – begane grond, parterre
hairpin – bobby pin – haarspeld
hairpin bend – hairpin corner – haarspeldbocht
handbag – purse – handtas
have a go – to take a turn – even proberen
headmaster – school principal – rector
hoarding – billboard – reclamebord
holiday – vacation – vakantie
hoover – vacuum cleaner – stofzuiger
icing sugar – confectionery sugar – suikerglazuur
indicator – blinker, turn signal – richtingaanwijzer
jacket – coat – colbert
lift – elevator – lift
limited company – private corporation – BV
maths – math – wiskunde
mudguard – fender – spatbord
muslin – cheesecloth – kaasdoek
net curtains – underdrapes, sheers – vitrage
note – bill – biljet (geld)
opposite – across from – tegenover
oven cloth – pot holder – ovenwant
overtake – pass – inhalen
pack of cards – deck of cards – stok, pak kaarten
tights – pantyhose – panty
pavement – sidewalk – troittoir
petrol(eum) – gas(oline) – benzine
plaits – braids – vlechten
porch – stoop – portiek
post box – mail box – postbus
postman – mail man – postbode
professor – full professor – hoogleraar
property – real estate – onroerend goed
public school – private school – particuliere school
pushchair – stroller – buggy
put through – connect – doorverbinden
quay – wharf, pier, dock – kade
queue, to –line up – in de rij staan
railway – railroad – spoorlijn
return ticket – round trip ticket – retourtje
roundabout – traffic circle – verkeersplein
rubber – eraser – gummetje
rubbish – garbage – troep, rommel
rucksack – backpack – rugzak
soft drink – soda – frisdrank
solicitor – lawyer, attorney – advocaat
spanner – wrench – sleutel
squash – fruit drink – vruchtensap
stalls – orchestra seats – stalles
state school – public school – openbare school
surveyor – house appraiser – deskundige
suspenders – garters – jarretelles
sweet shop – candy store – snoepwinkel
sweetner – sweet ‘n’ low – zoetje
tap – faucet – kraan
tea towel – dish towel – theedoek
tights – panty hose, nylons – panty
tin – can / tin can – blikje
to collect – to pick up – ophalen
trailer – towed goods carrier – trailer
trolley – cart – winkelwagentje
trunk – large suitcase – koffer
turning – turn – afslag
underground – subway – metro
undertaker – mortician – begrafenisondernemer
vest – tee shirt, t-shirt – hemd
waistcoat – vest – gilet, vest
wet paint – fresh paint – natte verf
wire – cord – elektriciteitsdraad
zapping – channel surfing – zappen
S-SPELLING en Z-SPELLING?
Is het nu ‘recognize’ of ‘recognise’? ‘Organization’ of ‘organisation’? Je zou denken dat de Britten deze woorden altijd met een s spellen en de Amerikanen met een z. Dit is maar gedeeltelijk waar. De bovenstaande woorden hebben altijd een z in het Amerikaans-Engels. In het Brits Engels zijn beide varianten goed. De Oxford English Dictionary geeft beide spellingen, met een voorkeur voor de z-spelling. Belangrijk is dat je een consistente keus maakt en je je baseert op de doelgroep van je tekst.
Vertalen naar Brits-Engels of Amerikaans-Engels?
Let bij een vertaalaanvraag altijd op de wensen van jouw doelgroep. Ga je de Britten aanspreken of richt jij je meer tot de Amerikanen? En wanneer je doelgroep voornamelijk uit Britten bestaat, kies je dan voor de s-spelling of de z-spelling? Het zijn cruciale vragen om jouw tekst optimaal te kunnen vertalen. Hierdoor ontvang je altijd een vertaling die perfect aansluit bij jouw doelgroep.
Meer informatie of een offerte?
vertaling@veradings.nl